close window
Rombaut H., Julius Caesar in België

Korte toelichting:

Vele generaties lang was Caesars De Bello Gallico het eerste werkelijke Latijn dat de leerlingen uit het middelbaar onderwijs vertaalden na twee jaar grammatica en woordenschat te hebben geleerd. In België lazen zij traditioneel die gedeelten die met onze gewesten te maken hadden, meer bepaald het incipit Gallia est omnis divisa in partes tres gevolgd door het gevleugelde horum omnium fortissimi sunt Belgae. Nadien volgden steevast de slag bij de Sabis en de hinderlaag van Ambiorix. Hoe ontnuchterend was het echter te vernemen dat zo goed als alle plaatsen die voor België worden vermeld, gedurende meer dan twee millennia ongeïdentificeerd zijn gebleven.

In Julius Caesar in België gaat Hans Rombaut op zoek naar de Belgische plaatsen uit De Bello Gallico waarvoor geen identificatie bestaat, of waarvan de voorgestelde identificatie erg twijfelachtig is. Tot voor dit boek leek het er wel op dat er in de Commentarii over de oorlog in Gallia twee gedeelten waren: één voor het gebied ten zuiden van de Seine, waarmee de toponymie geen problemen heeft, een ander voor het gebied ten noorden van de Seine, waar men geografisch eigenlijk volkomen in het duister tast. Het is precies op basis van geografische argumenten dat de auteur de identificaties van verschillende problematische vermeldingen zeer geloofwaardig maakt. Voor de campagne in 57 voor Chr. zijn dat o.m. de ligging van Bibrax, het kamp van Caesar aan de Axona, de vermoedelijke weg die hij volgde tot op de plaats waar hij zijn kamp had op 10 mijl van de achter de Sabis verscholen Nervii onder leiding van Boduognat, de Sabis zelf en het oppidum van de Atuatuci. Voor de jaren 54-53 voor Chr. zijn het o.m. de winterkampen van Quintus Cicero, Titus Labienus en Sabinus en Cotta.

Deze wetenschappelijk gefundeerde monografie bevat de nodige illustraties, waaronder talrijke landschapsfoto's, foto's van archeologische sites, en vooral zeer nuttig kaartmateriaal. De politiek van Julius Caesar en van zijn opvolgers, gevolgd door de inrichting van onze gewesten door de Romeinen in latere tijden, worden vanuit historisch-geografisch standpunt beschouwd. Daaruit komt een visie voort over het Romeinse rijk in het noorden waarin Tongeren een zeer belangrijke rol speelde.

Hans Rombaut studeerde geschiedenis aan de Universiteit Gent bij Adriaan Verhulst, met als specialisatie de historische geografie en de geschiedenis van de vroege middeleeuwen. Zijn verhandeling Verre domeinen van abdijen tijdens de vroege middeleeuwen genoot een zeer hoge waardering. Naast enkele studies over Antwerpen in de Merowingische en Karolingische tijd publiceerde Hans Rombaut in 1990 de studie Tongeren, Romeinse stad op een kruispunt van wegen bij de Nederlandse stichting Teleac, die de aandacht trok van wijlen Maurice-A. Arnould. Dit leidde enkele jaren nadien tot twee zeer open gesprekken tussen de toen reeds oude Waalse historicus en de jonge Vlaamse onderzoeker. Maurice Arnoulds advies heeft een cruciale rol gespeeld in het totstandkomen van dit merkwaardige onderzoek, namelijk doordat hij toen als eerste zijn onwrikbaar geachte identificatie van de Sabis met de Selle, meer dan een halve eeuw na de publicatie ervan, zelf in twijfel trok.